Argumenten tegen religieus slachten kloppen niet

Geacht lid van de Tweede Kamer, In deze open brief wend ik mij tot u in verband met mijn kritiek op het wetsvoorstel van het Tweede Kamerlid Thieme om onbedwelmd religieus slachten te verbieden en vraag uw aandacht voor de volgende elf punten:

1. Wat het dierenwelzijn betreft is er een groot verschil tussen kosjer en hallal slachten. Dit betreft de uniformiteit van certificering van de slachter, de tijdsduur van opleiding en het toezicht op de slachter alsmede de voorgeschreven methodes van slachten. Er is ook een zeer groot verschil in de omvang van de toepassing van beide slachtmethoden in Nederland. Het gezamenlijk behandelen van deze twee slachtwijzen is dan ook structureel misleidend. Hieronder bespreek ik uitsluitend kosjer slachten.

2. De bewijslast dat kosjer slachten slechter voor dierenwelzijn is dan het slachten na verdoving berust volkomen bij de indieners van het wetsvoorstel. De omgekeerde conceptie dat de Joodse gemeenschap eerst zou moeten bewijzen dat het bestaande kosjer slachten niet slechter is dan het huidige reguliere bedwelmd slachten past niet bij democratisch staatsbestel.

3. Centrale elementen in het betoog van mevrouw Thieme zijn: Een via YouTube verspreide video van de Nicolaas G. Pierson Foundation (het wetenschappelijk bureau van de PvdD) over de wreedheid van het religieus slachten. Wetenschappelijke rapporten, waarbij die van de Animal Sciences Groep van Wageningen UR centraal staan. Een verklaring van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde over ritueel slachten. Bovendien beweert de Partij voor de Dieren dat belangrijke groepen van Joodse rabbijnen verdoving voor kosjer slachten toestaan en beroept zich daarbij op de Rabbinical Assembly van de conservative beweging in de Verenigde Staten.

4. Prof. Joe Regenstein van de Cornell Universiteit in de Verenigde Staten is een vooraanstaand internationaal expert op het gebied van de reguliere en religieuze slacht van dieren. Hij heeft de belangrijkste beweringen van de Partij voor de Dieren onderzocht en daarover een rapport gepubliceerd. Regenstein komt tot de volgende conclusies: De door de Partij voor de Dieren getoonde video heeft niets met kosjere slacht in Nederland te maken en heeft derhalve geen enkele relevantie voor dit onderwerp in dit land. Uit het rapport 398 van de Animal Sciences Group van Wageningen UR blijkt dat onvoldoende experimenten zijn uitgevoerd. De verstrekte informatie is niet voldoende voor andere wetenschappers om te beoordelen wat precies onderzocht is. Dit maakt het onmogelijk om de experimenten te reproduceren. Derhalve zijn de daaruit getrokken conclusies ongeldig aangezien de regels voor het rapporteren van wetenschappelijke studies geschonden zijn. Ethisch probleem
In de natuurwetenschappen is vooral de niet-reproduceerbaarheid van experimenten een uiterst zware beschuldiging. Indien de gedetailleerde kritiek van Regenstein niet beantwoord kan worden, is dit een ethisch probleem dat mogelijk door het Bestuur van de Universiteit van Wageningen onderzocht dient te worden.

De conclusies van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde zijn ook niet wetenschappelijk onderbouwd. Deze onderbouwing is des te belangrijker om de geloofwaardigheid van deze conclusies te bewijzen. Dit ook gezien het feit dat deze organisatie zo vele leden telt die zich uitsluitend met de geneeskunde van huisdieren bezighouden.

5. Ook op andere minder centrale rapporten waarnaar Thieme verwijst heeft Regenstein kritiek, vanwege tekortkomingen in de wetenschappelijke methodiek alsmede gebreken in de rapportering over de details van het gedane onderzoek.

6. Ik neem aan dat het u bekend is dat twee Joodse kerkgenootschappelijke organisaties inmiddels een kort geding aanhangig hebben gemaakt tegen Wageningen UR, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde alsmede de Nederlandse staat.

7. De Rabbinical Assembly van de conservative Joodse gemeenschap in de Verenigde Staten heeft een publieke verklaring uitgegeven dat de Partij voor de Dieren valselijk beweerd heeft dat de RA van mening is dat het geoorloofd is om kosjer te slachten na voorafgaande bedwelming. De RA eist dat de Partij voor de Dieren deze bewering intrekt.

8. In een gemeenschappelijke brief hebben zes grote Amerikaanse Joodse organisaties zich tot Premier Rutte gewend. Het betreft hier het American Jewish Committee, de Anti-Defamation League, B’nai B’rith International, de Orthodox Union, het Simon Wiesenthal Center en het World Jewish Congress. Een dergelijke gezamenlijke actie jegens een democratie is ongebruikelijk. Dit vloeit voort uit het feit dat deze organisaties, als het wetsvoorstel wordt aangenomen, in Nederland een gidsland zien wat betreft het beperken van de religieuze vrijheid van Joden in Europa.

9. Op beleefde maar indringende wijze schrijven deze organisaties over de overeenkomst van het wetsvoorstel van Mevr. Thieme met eerdere anti-Joodse acties in Europa door de eeuwen heen. Als specialist op het gebied van het hedendaags internationale antisemitisme kan ik het laatste bevestigen.

10. Het aantal kosjer geslachte dieren in Nederland, ongeveer 3000, is miniem, vergeleken met de tientallen miljoenen andere geslachte dieren. De welzijnsproblemen van vele miljoenen dieren tijdens hun leven — dat bijna oneindig langer duurt dan hun slachten — in de Nederlandse bio-indindustrie zijn enorm vergeleken met mogelijke problemen tijdens de kosjere slacht. Het aantal probleemgevallen bij het reguliere ‘bedwelmde’ slachten is minstens vele honderden malen groter dan het totaal aantal kosjer geslachte dieren. De selectie van kosjer slachten als een doel van een verbod temidden van een dergelijk groot complex van problemen is niet alleen symboolpolitiek; het is een uiterst discriminerende actie. Dit wordt nog duidelijker aangezien het wetsvoorstel ondersteund wordt door een ophitsende irrelevante video, zeer aangevochten wetenschappelijk onderzoek alsmede het onjuist citeren van rabbijnen. Daarbij komen nog in het Kamerdebat gemaakte opmerkingen door een parlementarier over ‘ritueel martelen.’ Ook dat is een uitdrukking die antisemitisme oproept.
11. Dit wetsvoorstel raakt zowel belangrijke aspecten van de vrijheid van de uitoefening van godsdienst in de rechtsstaat als van dierenwelzijn. Wat de godsdienstvrijheid betreft zal dit voorstel, indien aangenomen, ongetwijfeld nog in Europees verband getoetst worden. Derhalve laat ik dit aspect buiten beschouwing.

Indien u bovengenoemde feiten en argumenten niet kunt weerleggen, verzoek ik u tegen het wetsvoorstel van mevrouw Thieme te stemmen.Dit stuk verscheen eerder op dagelijkestandaard.nl

14 juni 2011

Comments are closed.