JODEN EN DE GEKTE VAN NEDERLAND

‘Frits Bolkestein zei me eens dat Joden zich moeten realiseren dat er voor hen geen toekomst is, en dat ze het beste hun kinderen kunnen aanraden naar Amerika of Israel te emigreren. In ons gesprek bleek dat hij deze conclusie   trok uit de problematische situatie die hij voor Nederland voorzag wat betreft de niet geslaagde integratie van vooral vele moslim-immigranten en de problemen die dat voor bewuste Joden in de toekomst met zich zou brengen?’

Mijn boek Het Verval; Joden in een stuurloos Nederland verscheen een jaar geleden. De hierboven geciteerde alinea veroorzaakte veel nationale en internationale publiciteit. Het Verval concentreerde zich echter op twee andere stellingen. Een was dat nieuwe inzichten over Nederland verkregen kunnen worden door een brede analyse van de relatie tussen Joden en maatschappij. De andere claimde dat Joden een aantal, grotendeels symbolische, functies vervullen. Dat maakt hen veel belangrijker dan hun werkelijke positie in Nederland.

Wie structurele stellingen over een land poneert moet meestal een paar jaar wachten voordat er veel nieuwe bewijzen voor zijn. Dit keer ging het veel vlugger. Het Verval leidde tot een grote discussie over antisemitisme in Nederland, die in een kamerdebat uitmondde. Vrijwel alle belangrijke bladen en enkele televisieprogramma’s interviewden fysiek of verbaal bedreigde Joden. Ze kwamen vooral uit het kleine groepje Joden dat herkenbaar is door kleding of uiterlijk.

Na alle discussie was het duidelijk: de Nederlandse politiek, justitie en politie zijn niet in staat om deze problemen, die zeer weinig personen betreffen, te verminderen laat staan uit de wereld te helpen. Zo belichtten de ervaringen van enkele Joden weer een veel grotere Nederlandse realiteit. Ook werd opnieuw de disproportioneel grote rol van Marokkaanse Nederlanders in de ergste uitingen van antisemitisme geillustreerd. Dat wordt verder bevestigd in enkele door mij nog te publiceren interviews met andere belaagden, waarvan enkelen inmiddels naar Israel zijn geemigreerd.

De Nederlandse werkelijkheid werd nog veel beter belicht door de discussie over het wetsvoorstel van Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren om ritueel slachten zonder verdoven te verbieden. In Het Verval zegt Leon de Winter: ‘Ik hou heel erg van dit land, de gekte, de tegenstellingen en de schizofrenie.’ Het debat over het slachtverbod ontwikkelde zich tot een gedetailleerde illustratie van deze ‘gekte.’ Meer dan honderd miljoen dieren worden jaarlijks in Nederland geslacht. Het is onmogelijk om betrouwbare getallen te krijgen over het aantal dieren dat — vooral door Moslims — ritueel geslacht wordt. Volgens staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Henk Bleker ligt het aantal tussen de 370.000 en 1,1 miljoen. Dit is op zijn hoogst een procent van alle slacht. De drieduizend per jaar kosjer geslachte koeien zijn enkele honderdste procenten van alle in Nederland geslachte dieren.

Al gauw concentreerde de discussie zich vooral op het kosjer slachten mede vanwege de geringe moslim inbreng in het debat. Hier volgen slechts enkele voorbeelden uit velen van de voornoemde ‘gekte.’ In een tijd waarin het voortbestaan van de Euro bedreigd wordt  — hetgeen voor  Nederland grote gevolgen zal hebben —  bracht een slachtmethode van dieren minstens zoveel discussie te weeg.

Het is redelijk dat de bevolking een opinie heeft over het al dan niet eten van vlees. Het meten van pijn van dieren bij verschillende slachtmethodes is echter een hoogst omstreden professioneel onderwerp waar neurologen en andere academici over twisten. Toch bleek dat de meeste Nederlanders voor het verbod van ritueel slachten zijn. Dit bewees vooral dat de gemiddelde Nederlander zich gemakkelijker kan verplaatsen in de verbeelde gevoelens van een koe dan in de denkwereld van een orthodoxe Jood.

Het debat illustreerde ook hoe populisten de, zogenaamd nuchtere, Nederlandse maatschappij selectief kunnen opzwepen. Er zijn uitgebreide misstanden in de grote bioindustrie. Het slechte leven van een dier duurt vele malen langer dan het slachten daarvan. Het aantal dieren waarbij in de reguliere slacht iets mis gaat is honderden keren groter dan het aantal kosjer geslachte dieren. Toch slaagde de Partij voor de Dieren erin alle negatieve aandacht op de onverdoofde rituele slacht te concentreren.

Een van Thieme’s beweringen was dat dieren recht hebben op de beste slacht onafhankelijk van de religie van de slachter. In Nederland worden per jachtseizoen meer wilde zwijnen afgeschoten dan er per jaar koeien kosjer geslacht worden. Geen enkel kamerlid vroeg zich af of deze zwijnen recht hebben op het schot van de scherpst schietende jager. Geen kamerlid informeerde over wat een paar maanden later de filosoof  Hans Schnitzler in de Volkskrant vroeg: waarom komt Thieme op voor de rechten van het schaap en niet voor die van de te verdelgen rat.

Thieme beweert dat haar wetsvoorstel wetenschappelijk gefundeerd is. Er was echter zeer veel kritiek op haar belangrijkste wetenschappelijke document. Dit was opgesteld door de UR Wageningen organisatie, waarvan velen onterecht dachten dat het een deel was van de Wageningse Universiteit. De Amerikaanse voedseldeskundige Joe Regenstein stelde vele onbeantwoorde vragen in een gedetailleerd analyse die hij schreef. S’werelds belangrijkste slachtexpert Temple Grandin steunde zijn kritiek. Het TNO gaf een vernietigend oordeel over de methodologie van de Wageningse studie. Karen Soeters, hoofd van het researchbureau van de PvdD zei dat alle kritiek makkelijk te weerleggen was maar weerlegde niets. Dit viel kennelijk geen kamerlid op.

Het debat belichtte ook een ander element van het huidige Nederland. Het dier is in opmars en de Joden zijn op de terugtocht. Daar zijn veel meer bewijzen voor. Het overrijden van een bever kreeg aandacht in minstens zeven dagbladen. De regering moet volgens de Nederlands rechter geld besteden om meer ruimte te geven aan wilde hamsters. De regering wil echter geen finaciele bijdrage leveren om de de veiligheid van Joodse instellingen te waarborgen.

Er waren in het afgelopen jaar nog vele andere ontwikkelingen, die de hoofdstellingen van Het Verval bewijzen. Die moeten wegens plaatsgebrek buiten beschouwing blijven. De publieke aanvallen en discussie over de besnijdenis als ook andere gebeurtenissen zullen nog meer nieuwe inzichten over het huidige  Nederland verschaffen. Als het zo doorgaat is er al gauw meer dan genoeg materiaal voor een vervolg op het Verval

7 november 2011.

Comments are closed.