Op de avond van nieuwjaarsdag werd een moorddadige aanslag gepleegd op een Koptische kerk in Alexandrië, Egypte, waarbij 23 christenen werden gedood en tientallen gewond. Op 11 januari werd op een christen geschoten in een Egyptische trein, en werden vijf anderen gewond. Een week later werd bekend dat paus Shenouda, het hoofd van de Koptisch Orthodoxe kerk in het land, uit vrees voor de veiligheid van de kerkgangers de grote mis voor het feest van Epifanie op 18 januari afgelastte. Hiervoor in de plaats zou een beperkte en gesloten viering gehouden worden, zo was bekend gemaakt.
De moorden in Alexandrië trokken veel meer internationale belangstelling dan veel andere aanslagen op Kopten in de afgelopen jaren. Ook kregen ze veel meer aandacht dan andere recente dodelijke aanslagen op christenen in landen als Irak, Pakistan of Nigeria. Men vraagt zich af of deze gebeurtenis misschien een omslagpunt zou kunnen zijn voor het Westen. Beginnen regeringen en christenen in het Westen zich eindelijk een beetje meer serieus te interesseren in het lot van christenen in de moslimwereld.
Als dat zo is, heeft dit wel behoorlijk lang geduurd. Al in 1994 had de Israëlische Midden-Oostendeskundige Mordechai Abir de situatie van de Kopten in één zin samengevat: “Egypte is niet bij machte geweest de haat van de fundamentalistische moslims richting de Kopten, die de ware overgeblevenen zijn van de Egyptische bevolking, te bestrijden.”
Men schat dat Islamitische extremisten in Egypte van 1992 tot 1998 ruim honderd Kopten gedood hebben. Daarna vond in 2000 de grootste moord plaats toen twintig Kopten en een moslim gedood werden nadat geweld tot uitbarsting kwam in de stad El-Kosheh, een paar honderd kilometers ten zuiden van Cairo. In de daaropvolgende jaren vond aan aantal aanslagen op Kopten plaats, naast veel pesterij. Op 6 januari 2010, na de Kerstmis, schoten drie gewapende moslims zes Kopten dood en een moslim politieagent in Nagaa Hammadi vlakbij de zuid Egyptische stad Qena.
Naast een mogelijk omslagpunt te zijn, brengen de moorden in Alexandrië veel belangrijke kwesties naar voren die verder reiken dan deze ernstige gebeurtenis. Een paar daarvan zijn van speciaal belang voor Israël en de Joden. De aanslagen werden gevolgd door dreigementen op een aan Al Qaida gerelateerde website die aangaven dat ook Koptische kerken in Europa doelwit zouden zijn. Als resultaat moesten in verschillende Europese landen de diensten tijdens het Koptische Nieuwjaar bewaakt worden. Tientallen jaren waren de synagogen de enige Europese gebouwen voor religieuze erediensten met een goed beveiligingssysteem. Weer waren de Joden het eerste doelwit terwijl anderen later volgden.
Verschillende westerse protestantse organisaties hebben gedurende de afgelopen jaren aanhoudend Israëls houding tegenover Palestijnse christenen bekritiseerd, hoewel ze over onvergelijkbaar grotere problemen die de Palestijnse moslims hun gaven, het stilzwijgen bewaarden. Diezelfde organisaties hebben ook het aanvallen van christenen door moslims in een groot aantal landen, Egypte bij inbegrepen, lang genegeerd.
Moslimagressie negeren en zich richten op Joden is een eeuwenoud motief. In 2005 publiceerde de historica Rivka Fishman een artikel dat aantoonde dat vanaf de zevende eeuw de Byzantijnen bedreigd werden door moslims, en dat de christelijke leiders dit echter grotendeels negeerden en in plaats daarvan hun aandacht richtten op haatzaaien richting de Joden.
Om verder de hypocrisie van diverse christelijke organisaties te illustreren: Open Doors maakte pas geleden een nieuwe ranglijst bekend van landen waarin christenen de meeste onderdrukking lijden. Bovenaan staat Noord Korea. De acht daarop volgende zijn alle moslimlanden: Iran, Afghanistan, Saudi Arabië, Somalië, Malediven, Jemen, Irak en Oezbekistan. Op de tiende plaats staat communistisch Laos. De Palestijnse Autoriteit komt op de 45ste plaats van de lijst. Israël staat er niet op.
Internationaal werd door veel protestantse kerken en organisaties grote aandacht geschonken aan het anti-Israëlische Kairos document, waarmee in 2009 een aantal Palestijnse christenen in de openbaarheid traden. Velen van degenen die het in het Westen steunden, negeerden de verdrukking van christenen door moslims in de Palestijnse gebieden en elders in de moslimwereld . De gehanteerde ingewortelde dubbele maatstaf in een deel van deze christelijke kerken en organisaties, is verregaand. Zo heeft bijvoorbeeld het overkoepelende lichaam van de Protestantse Kerk in Nederland, de PKN, zich aanstootgevend gedragen. Na een discussie over het Kairos document stuurde de leiding van de PKN een beschuldigende brief naar de Israëlische ambassadeur, bedoeld voor de Israëlische regering.
Er zijn geen aanwijzingen dat gelijksoortige brieven ooit gestuurd zijn naar ambassadeurs van de vijftig landen op de lijst van Open Doors.
Het hanteren van een dubbele maatstaf richting Israël vormt de kern van het nieuwe antisemitisme. Het wordt hoog tijd dat zowel Joodse en Israëlische organisaties als hun vele christelijke vrienden, duidelijk de vele protestantse anti Israël kerken en organisaties in de westerse landen aan de kaak stellen.
Hoofdschuldige is de in Genève gevestigde Wereldraad van Kerken, die nagenoeg consequent verdrukking van christenen in moslimlanden heeft genegeerd, maar veel negatieve aandacht aan Israël heeft gegeven.
21 januari 2011