Hoe Jimmy Carter de demonisering van Israël aanmoedigt

Damaskus (Syrië), 19 oktober 2010. Terroristenleider van Hamas Khaled Meshaal omhelst hartelijk zijn vriend Jimmy Carter, die van 1977 tot 1981 de 39ste president van de Verenigde Staten was. Carter voerde hier een groep ‘wijzen’ aan; voormalige staatslieden die zich verenigd hebben in The Elders. Het werd een zoveelste vergeefse poging om Hamas te overtuigen het geweld en de terreur tegen Israël te staken en te kiezen voor de weg van diplomatie en compromis om vrede met de Joodse Staat te bereiken. Rechts van hem kijkt voormalig Iers president Mary Robinson tevreden toe. (foto: Reuters/Khaled al-Hariri)

Manfred Gerstenfeld interviewt Alex Safian

“De voormalige Amerikaanse president Jimmy Carter heeft duidelijk een probleem met Israël en zelfs met de Joden. Zijn sympathieën liggen bijna altijd bij de vijanden van Israël en van de Joden. Veel van zijn onjuiste uitspraken over de jaren richten zich tegen Israël.

“De manier waarop Carter werkt is het best te zien in zijn boek ‘Palestine: Peace Not Apartheid‘ dat voor het eerst in 2006 werd gepubliceerd. Hij blijft nog steeds beweren dat wat hij schreef volledig accuraat was, zelfs nadat vele feitelijke fouten publiekelijk werden onthuld en op grote schaal verspreid.”

Alex Safian (plaatje rechts) is medebestuurder van CAMERA (Comité voor Nauwkeurige Berichtgeving omtrent het Midden-Oosten in Amerika.)

Hij voegt eraan toe: “Met zoveel enorme fouten en een verkeerde voorstelling van zaken, is het bijna onmogelijk om de meest flagrante onjuiste passages van het boek te selecteren. Men kan echter ook kiezen voor passages die Carter typische werkwijze illustreren in het bedriegen van zijn publiek. Zo beweerde hij in een interview met Larry King in 2006 dat ‘Sinds augustus 2004… Hamas zich niet [meer] schuldig heeft gemaakt aan daden van terreur, die aan een Israëliër het leven heeft gekost.’ Dezelfde bewering is in zijn boek te lezen op pagina 179 en 184.

“Dit was een valse bewering op vele niveaus. Op 31 augustus 2004 werden zestien mensen gedood en 100 gewond in twee bijna gelijktijdige zelfmoordaanslagen aan boord van stadsbussen in Beersjeba. Op 29 september 2004 werden twee kleuters gedood door een Qassam-raket die werd afgevuurd vanuit Gaza. Op 13 januari 2005 overvielen Palestijnse terroristen de grensovergang van Karni tussen de Gazastrook en Israël waarbij 6 burgers werden gedood. Op 14 juli 2005 werd een vrouw gedood door een Qassam-raket afgevuurd vanuit Gaza. Hamas eiste voor al deze aanslagen de volledige verantwoordelijkheid op.

“Alleen door deze dodelijke terreur aanslagen te verhullen was Carter in staat om te kunnen beweren dat Hamas aanstuurde op een wapenstilstand. Natuurlijk zijn zulke gefabriceerde afbeeldingen van Hamas als ‘gematigd’, bedoeld om zijn publiek te laten geloven dat de ‘halsstarrige Israëliërs’ obstakels zijn voor vrede.

“Carter liet zich ook in met voorbedachte vervalsing toen hij werd geïnterviewd op de in Denver gevestigde Caplis Silverman Show in 2006. Silverman vroeg hem: ‘Is de chef van Hamas, de gekozen leider van de Palestijnen, vorige week niet naar Teheran gegaan en er heeft gezegd: ‘Wij zullen nooit de bezettende Zionistische regering erkennen … en wij zullen onze jihad-achtige beweging blijven voortzetten… tot aan aan de bevrijding van Jeruzalem?’ Carter heeft herhaaldelijk ontkend dat dit heeft plaatsgevonden, maar deze opmerkingen werden gemaakt door Ismail Haniyeh, de Hamas-premier van de Palestijnse Autoriteit, zoals die werden geciteerd door de Associated Press, Chicago Tribune, Detroit Free Press, de Guardian alsmede anderen.

“Blijkbaar is Carter’s arrogantie zo overdreven dat hij lijkt te geloven dat wanneer hij zelf iets niet weet, dat onjuist moet zijn. En zelfs na gedwongen te zijn om te erkennen dat een aantal van zijn favoriete anti-Israëlische beweringen onwaar waren, herhaalde hij ze later opnieuw. Een typisch voorbeeld betreft Menachem Begin‘s vermeende belofte tijdens de Camp David-onderhandelingen om een bouwstop met een open einde van de nederzettingen op te leggen.

“Carter beweerde op pagina 50 in zijn boek dat ‘Misschien wel de meest ernstige omissie van de Camp David besprekingen in 1978 was, het gebrek om duidelijk neer te schrijven Begin’s mondelinge toezegging met betrekking tot een bouwstop van de nederzettingen tijdens verdere vredesbesprekingen duidelijk neer te schrijven.’  In een eerder opiniestuk, beschuldigde hij Begin van het breken van zijn gegeven woord. Dit was niet waar. Begin had zich enkel verbonden tot een drie maanden durende bouwstop van de nederzettingen, en wat meer is, Carter wist het.

“Dit werd duidelijk op een symposium in Washington in 2003 ter herdenking van de 25ste verjaardag van de Camp David-akkoorden. Het voormalige hoofd van het Israëlische Hooggerechtshof, rechterAharon Barak, die procureur-generaal was in de tijd van Camp David, verklaarde dat hij de enige was die aantekeningen maakte tijdens de vergadering in kwestie, waaruit bleek dat Begin niet meer dan drie maanden bouwstop had afgesproken. Off-camera hoorde men Carter zeggen: ‘Ik betwist dat niet.’ Ondanks het feit dat hij dit in 2003 had toegegeven, keerde Carter in latere opiniestukken en in zijn boek  terug naar het beschuldigen van Begin van het niet nakomen van een beloofde bouwstop van de nederzettingen.

“Degenen die enkel de titel van Carter’s boek lezen of nieuwsberichten daaromtrent, krijgen dat Israël een apartheidsstaat is en dus een uitermate racistische samenleving. Maar wanneer druk werd gezet, zei Carter dat hij enkel doelde op Israëls vermeende behandeling van de Palestijnen in de gebieden en niet hoe, bijvoorbeeld, Israël zijn Arabische burgers behandeld. Carter misinterpreteert ook regelmatig de definitie van het woord ‘apartheid’ zeggende dat die niet was gebaseerd op racisme. Nochthans definieert het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof apartheid als ‘onmenselijke handelingen… begaan in de context van een geïnstitutionaliseerd regime van systematische onderdrukking en overheersing door een raciale groep over om het even welke andere raciale groep…’

“Er is een andere kwestie die moet worden vermeld – in 1987 deed Carter een beroep op het Amerikaanse ministerie van Justitie om te bemiddelen ten gunste van de voormalige nazi kampbewaker Martin Bartesch om ‘humanitaire redenen’. Bartesch verloor zijn Amerikaanse staatsburgerschap en moest worden gedeporteerd, nadat informatie was opgedoken dat hij een Joodse gevangene in het concentratiekamp Mauthausen had vermoord.”

Safian concludeert: “Of het nu Hamas, de PLO, Arafat zelf, Saoedische prinsen of willekeurige nazi-oorlogsmisdadigers betreft, Carter lijkt altijd een gepassioneerde empathie te vertonen voor de vijanden van de Joden. Empathie voor de Joden zelf of voor Israël, gaat hem veel moeilijker af.”

Interview door Dr. Manfred Gerstenfeld

Dr. Manfred Gerstenfeld is lid van de Raad van Bestuur van het Jerusalem Centrum voor Publieke Aangelegenheden (JCPA), die hij 12 jaar heeft voorgezeten. Hij heeft meer dan 20 boeken gepubliceerd. Een aantal behandelt het anti-Israëlisme en het antisemitisme.


Bronnen:

  1. Arutz Sheva:
    ♦ Interview: Jimmy Carter Encourages Demonizing Israel – Interview with Alex Safran, Ass. Dir. of CAMERA: “Carter seems to have a passionate empathy for the enemies of the Jews – Manfred Gerstenfeld interviewt Alex Safian [lezen]
    ♦ Exclusive: Jimmy Carter Interceded on Behalf of Nazi SS Guard – A former U.S. Justice Department official disclosed to Arutz-7 that former U.S. President Carter interceded on behalf of a Nazi SS man; door Ezra HaLevi [lezen]

Gerelateerd op Brabosh.com:

  • Jimmy Carter en Khaled Meshaal (Hamas): samen Israël vernietigen [lezen]
  • Jimmy Carter verontschuldigt zich voor stigmatiseren van Israël [lezen]
  • Ex-president Jimmy Carter: geen vrede in het M-O zonder Hamas [lezen]
  • Hamas verwerpt Carters pleidooi om Israël te erkennen [lezen]

31 december 2013

Comments are closed.